Wie moeten we nu nog geloven ...

Wie moeten we nu nog geloven ...

Artikel in Washington post STUDIE 1 : Intermittend fasting is goed voor het hart

Washington Post  - June 13, 2020 at 10:00 a.m. EDT

Link naar studie 1

 Artikel in Washington post STUDIE 2 Intermittend fasting kan risico's voor het hart betekenen

Washington Post - March 18, 2024 at 4:00 p.m. EDT

Link naar studie 2 ( =  observationeel onderzoek)

 ARTIKEL IN EEN VLAAMSE KRANT: Intermittend fasting verhoogt de kans op overlijden aan hartaandoening

In een plaatselijke krant op 20 maart 2024 

Link naar artikel in de krant

 As ik bovenstaande lees zijn er toch wat tegenspraken  en snap ik er niets meer van, hoe kan dit ?

1. In 2020 is intermiitend living goed

2. In 2024 kan het een risico veroorzaken maar blijkbaar niet altijd

3. Een krant bespreekt de studie van 2024 en is vrij zeker van haar zaak en zegt dat intermittend fasting de kans verhoogt op een hartaandoening,  ... 

 Wie moeten we nu nog geloven en hoe kunnen studies van verschillende onderzoekers zo een uiteenlopend resultaat geven.

Waarom kunnen studies zo een uiteenlopend resultaat opleveren:

 1. Onderzoekers zijn ook maar mensen en sommige onderzoekers hebben meer aanleg en interesse in één materie waardoor ze de focus leggen op een bepaald aspect van de studie. Zo kan voor één onderzoek een verschillende resultaat bekomen worden. 

 2. Hoe is de test verlopen via echte personen (vivo), in labo (vitro) of via observationeel onderzoek

 3. Wie heeft de studie betaald en wat was het doel van de studie om te bewijzen. Met getallen kan je alles bewijzen. Ideaal is onafhankelijk met een open mind een studie aan te vatten. Een ander beginpunt is te starten met een vooropgestelde uitkomst die je wil bewijzen.

 4. Vergelijken we hier appels met peren, zijn de twee studies evenwaardig?  Hadden de testpersonen in deze twee studies dezelfde basisgezondheid en/of dezelfde ziekten. .Was dit hetzelfde samengesteld publiek qua leeftijd, qua gezondheidstoestand, man/vrouw, sociale klasse, etnische afkomst, ...

 5. Was er een richtlijn voorgeschreven in beide studies wat men mocht eten binnen het toegestane tijdsframe. Moest men gezond voedsel eten of mocht alles gegeten worden. 

 6. Welke termijn was in beide studies voorzien om te "mogen" eten 16 - 8 , 12 - 12, 23- 1, 5 dagen wel, 2 dagen niet, ....  

 Dus  heel wat factoren kan de uitkomst van een studie laten afwijken van elkaar.

 Mijn persoonlijke mening aangaande al die tegenspraken: 

 1. Wetenschappelijke studies zijn super en noodzakelijk, elke professor doet dit gedreven op zijn manier. Echter ellke studie heeft zijn context. De parameters tussen verschillende studies kunnen verschillend zijn waardoor het eindresultaat dat ook kan zijn. 

 2. Gebruik steeds je gezond boerenverstand. Men spreekt in de laatste studie van 23 Hr niet eten en 1 Hr eten. Dat is er natuurlijk over wat mij betreft. Intermittend fasting wil voor mij zeggen gedurende 12 à 16 hr per dag niet eten en gedurende 12 à 8 Hr eten. 

 2. Intermittend fasting is geen dieet. Een dieet is nooit goed idee, een dieet houden we niet vol. Intermittend fasting is voor mij een levensstijl. Het woord dieet komt trouwens van het engelse woord "diet", wat betekent eetpatroon. In het Nederlands hebben we dit letterlijk vertaald naar dieet en heeft het een heel andere bekrompen betekenis gekregen. 

 3. ik zou fysiologisch niet kunnen verklaren hoe intermittend fasting op zich een hartziekte kan veroorzaken.  Hoe kan 16 Hr niet eten een hartziekte veroorzaken. Natuurlijk dienen we tijdens de 8 uur dat we wel mogen eten gezonde mensenvoeding te eten. Als we in die 8 uur 10 hamburgers eten, 2 flessen cola uit drinken, 8 donuts eten, een paar ijsjes , ... zal dit inderdaad niet bevorderlijk zijn voor ons hart. Zoiets moet dus zeker ook in een studie meegenomen worden.

 4. Evolutionair aten we vroeger niet constant en waren er noodgedwongen periodes van niet eten. Toen we vroeger opstonden hadden we geen koelkast om een ontbijt klaar te maken en moesten we vaak op zoek naar voedsel. Constant eten geeft zoveel negatieve impact op ons lichaam, we eten ons letterlijk ziek. Genetisch veranderen we slechts 0.5% per 100.000 jaar, we zijn al die constante aanvoer van voeding nog niet gewoon. Intermittend fasting beantwoordt meer aan dat ritme. Het laat ook toe aan onze organen om meer tot rust te komen zodat onze lever en pancreas ook andere taken in het lichaam kan vervullen.

 5. Ieder mens is verschillend zowel qua persoonlijkheid als omgevingsfactoren, wat bij één persoon werkt, werkt niet bij een ander. Intermittend fasting kan je ook niet van één op andere dag toepassen wel stap per stap. Genetisch blijven we dezelfde persoon, maar epigenetisch gebeurt er wel iets in ons lichaam over een periode van weken en maanden. 

 6. De meest betrouwbare studie zijn meta-studies. Een Meta-studie is de studie die de resultaten van andere studies over een bepaald onderwerp zal groeperen en zodoende een betrouwbare uitkomst zal bieden.

 De minst betrouwbare studie is observationeel onderzoek. Er is bij deze soorten onderzoek geen verband wel een gelijktijdige aanwezigheid van iets.

 Een beroemd verhaal gaat als volgt: “Tijdens een concert van U2 in Ierland neemt Bono de microfoon. “Elke keer dat ik in mijn handen klap, sterft er in Afrika iemand aan AIDS.” Vervolgens begint hij in zijn handen te klappen. Eerst is het publiek helemaal stil. Dan roept één van de bezoekers: “Stop dan met in je handen klappen.”

 Dit is één van de vele voorbeelden waarop oorzaak en verband met elkaar verward kunnen worden. In dit voorbeeld zal het voor iedereen duidelijk zijn dat het feit dat er in Afrika mensen aan AIDS sterven, niet het directe gevolg is van Bono die aan de andere kant van de wereld in zijn handen klapt. Wanneer Bono stopt, zullen er niet ineens minder mensen sterven. Stel dat er elke seconde één iemand overlijdt aan AIDS, en Bono elke seconde één keer in zijn hand klapt, dan is er een perfect verband tussen de twee voorvallen zonder dat er een oorzakelijk verband is.

 Toch gaat deze interpretatie vaak mis. Het menselijk brein is gebouwd om onbewust connecties te leggen tussen vele verschillende stukken informatie. Ons brein probeert vaak om patronen te vinden in willekeurige data, verbindt hier vervolgens een conclusie aan en gaat er dan (onterecht) vanuit dat er een relatie aanwezig is. Daarom is het voor onderzoekers van cruciaal belang om deze neiging te onderdrukken. 

 Enkele goede meta studies tonen aan dat intermittend fasting kan leiden tot significant gewichtsverlies, verlaagde BMI, verlaagd lichaamsvet, verlaagde insulineresistentie, verlaagd LDL-cholesterol en verlaagde triglyceriden in vergelijking met controlegroepen.

 U kan dit hier nalezen: 

  Conclusie: 

  • Wetenschappelijke studies hebben allemaal gelijk in de context waarin en waarvoor ze gemaakt zijn.
  • We moeten daarom wetenschappelijke studies interpreteren vanuit ons gezond boerenverstand en toepassen waar het individu zich er goed bijvoelt.
  • We dienen ook kritisch te blijven ten opzichte van spectaculaire media verslaggeving en een eigen mening te vormen.
  • Als we persoonlijk intermittend fasting uitoefenen dienen we te luisteren naar ons lichaam en zeker niet te overdreven in iets.
  • Zomaar een oorzaak-verband bepalen en zeggen intermittend living kan hartziekten veroorzaken geeft een foute conclusie, andere factoren, zoals voedingskwaliteit, lichaamsbeweging, genetische aanleg en algemene gezondheidstoestand, kunnen ook bijdragen aan het risico op hart- en vaatziekten.