Zonder Kostuum – Leven vóór de Laatste Dag

Zonder Kostuum – Leven vóór de Laatste Dag

Een man kwam bij een kleermaker om een kostuum te passen.

Voor de spiegel zag hij dat het vest een beetje scheef hing.

“Geen probleem,” zei de kleermaker. “Trek dat kortere stuk gewoon wat omlaag met je linkerhand, dan ziet niemand het.”

Even later krulde de kraag om.

“Buig je hoofd wat, hou het met je kin omlaag,” stelde de kleermaker gerust.

Toen bleek de broek wat strak.

“Ach,” zei de kleermaker, “trek gewoon even aan het kruis, dan past het perfect.”

En zo liep de man, geknakt, trekkend en buigend, trots zijn nieuwe kostuum te tonen.

Twee mannen zagen hem strompelend voorbijgaan.

“Wat erg,” zei de één, “die man is zwaar kreupel.”

Waarop de ander antwoordde: “Ja, maar wát een prachtig pak!”

We lachen om dat beeld  maar eigenlijk doen we het allemaal.

 We trekken een kostuum aan dat niet helemaal past: rollen, overtuigingen, verwachtingen. We leren al vroeg dat we moeten voldoen: sterk zijn, presteren, zorgen, glimlachen. En met de jaren raken we zo gewend aan het trekken en vasthouden dat we vergeten wie we daaronder waren. Het pak is comfortabel geworden, maar ons lijf  en ons hart dragen de spanning.Tot het leven ons stilzet. Een ziekte, een verlies, een scheiding, een ongelukkige relatie of gewoon een stille stem die fluistert: is dit wel echt van mij?

Dat is het moment waarop de biologie zich meldt de behoefte aan verbinding, aan waarheid, aan thuiskomen in jezelf. Want wat evolutionair veiligheid bracht in de stam, erbij horen  kan ons verstikken als het niet meer klopt.

 We leven in een tijd waarin velen alles lijken te hebben: een huis, een auto, een smartphone, een goed gevulde agenda. En toch is er leegte.

We hebben een keurpak van succes, maar voelen ons opgesloten in een gouden kooi. Een leven vol comfort, maar vaak zonder contact. We hebben geleerd hoe te functioneren, maar niet hoe te voelen.
We hebben alles om te leven, maar missen het gevoel werkelijk te léven. We verwarren “hebben” met “zijn”.

 En ergens onderweg raakten we onze oorsprong kwijt, mementum ori   herinner je wie je was, voordat de wereld je vertelde wie je moest zijn.

 En dan is er die dubbele herinnering: mementum ori, memento mori. Herinner waar je vandaan komt voor de kostuums, voor de verwachtingen. En herinner dat je eindig bent, dat alle pakken ooit uitgaan. Juist doordat we sterfelijk zijn, is echtheid geen luxe maar noodzaak. Het lichaam ontspant waar het mag samenvallen met wie het is, verbondenheid groeit, de façade zakt. Wat overblijft is leven dat klopt.

 Allerheiligen nodigt ons uit om daarbij stil te staan. Niet enkel om de doden te gedenken, maar om de lagen van ons eigen masker af te pellen. Om te durven leven zonder rol, zonder façade, zonder angst.
Want als we sterven, vallen alle kostuums toch weg. Dan blijft alleen over wie we werkelijk waren, niet wat we toonden, niet wat we bezaten, maar wat we voelden.

 Leven zonder kostuum betekent durven thuiskomen in jezelf. Met zachtheid, met waarheid, met openheid. Iedereen is uniek geboren, met een eigen ritme, talent en bestemming. Waarom zouden we dan een verkeerd pak blijven dragen om anderen te behagen?

 Allerheiligen herinnert ons eraan dat het leven kort is, maar echt bedoeld. We krijgen maar één kans om te sterven als wie we werkelijk waren, niet als een perfect gestreken versie van iemand anders.

 Dus stel jezelf vandaag de vraag: Past je pak je nog? Of is het tijd om terug te keren naar wie je was, naar wie je diep vanbinnen altijd bent geweest?. Is het tijd voor echte verandering?